principeloosheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prin·ci·pe·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van principe en loosheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | principeloosheid | principeloosheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de principeloosheid v
- het principeloos zijn
Gangbaarheid
- Het woord principeloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.