prikvertikker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prik·ver·tik·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van prik zn en vertikker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prikvertikker | prikvertikkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de prikvertikker m
- (medisch) iemand die zich niet laat vaccineren
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord prikvertikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.