priesterzonen
- Geluid: priesterzonen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpristərˌzonə(n) / (4 lettergrepen)
- pries·ter·zo·nen
- priesterzoon met uitgang -en
de priesterzonen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord priesterzoon
- ▸ Van de Nederlandsche R.K. Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders tot de Nederlandsche R.K. Rijwielbond kregen alle Roomse organisaties hun kans, zich in de rubriek te presenteren, op vaste ogenblikken afgewisseld door prentjes van verdienstelijke personen, van oud-zouaven tot de uit één gezin stammende vier priesterzonen en drie nonnendochters.[1]
- Het woord 'priesterzonen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Uit het rijke Roomsche leven.”, 6e druk (ca. 1964), Ambo-boeken, Utrecht, p. 310