• pres·ti·ge·ob·ject
enkelvoud meervoud
naamwoord prestigeobject prestigeobjecten
verkleinwoord

het prestigeobjecto

  1. iets dat als belangrijkste fucntie heeft dat het veel aanzien oplevert
     Als grootste prestigeobject gold het nieuwe stadhuis, een waar palace for the people, dat helemaal bekleed was met allerlei soorten marmer en een koepel had die nog hoger was dan die van het Capitool in Washington.[1]
     De Tour is eerder een prestigeobject voor de notabelen van een stad of regio.[2]
     Van Ginkel is de gemeentesecretaris van de nieuwe gemeente Molenwaard. Met ingang van januari 2013 bestaat die pas formeel, maar de ambtelijke diensten van de samenstellende gemeenten zijn al gefuseerd. Een nieuw stadhuis voor een gemeente met zo'n 30.000 inwoners kost al gauw 15 miljoen euro. Nu zijn ze klaar voor een derde daarvan. Of zelfs maar een kwart. "Het is altijd fijn als je tegen de mensen kunt zeggen dat je hun belastinggeld in dienstverlening steekt in plaats van een duur prestigeobject."[3]
  1. “Fortuna's kinderen” (2021), Hollands diep, ISBN 9789048858972
  2. Léon de Kort
    “ELke Dag een uur” (2015), Nieuw Amsterdam  , ISBN 9789046820216
  3.   Weblink bron
    Roel Pauw
    “Gemeente Molenwaard op huisbezoek” (Maandag 2 januari 2012, 16:52), NOS