presseren
- pres·se·ren
- uit het Frans [1]
presseren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
presseren |
presseerde |
gepresseerd |
zwak -d | volledig |
- dwingen tot grote spoed
- haast hebben
- [1] aandrijven, opdrijven
1. dwingen tot grote spoed
- Het woord presseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "presseren" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ presseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be