preparateur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: preparateur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·pa·ra·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van prepareren met het achtervoegsel -ateur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | preparateur | preparateurs |
verkleinwoord | preparateurtje | preparateurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de preparateur m
- (beroep) iemand die dieren opzet of die anatomische en andere preparaten maakt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord preparateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.