prenten
- pren·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prenten |
prentte |
geprent |
zwak -t | volledig |
prenten
- overgankelijk drukken (op een drukpers), printen [2]
- overgankelijk wildsporen volgen [3]
de prenten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord prent
- prentachtig, prentbriefkaart, prentenboek, prentenkabinet, prentenlijf, prentkaart, prentkunst, prentsnijder
- Het woord prenten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prenten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |