praktijklokaal
- prak·tijk·lo·kaal
- samenstelling van praktijk zn en lokaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | praktijklokaal | praktijklokalen |
verkleinwoord |
het praktijklokaal o
- schoollokaal waarin beroepsvaardigheden kunnen worden aangeleerd en geoefend
- Achter de school wordt dit jaar bij het bestaande praktijklokaal een zogenaamde overkapte stelplaats aangelegd voor metselleerlingen. Ze leren daar in praktijk het werken op een bouwplaats. [1]
- Er komt een praktijklokaal voor bloemschikken, met een kleine winkel voor consumenten, ‘uiteraard niet om te concurreren met bloemisten’. [2]
- In het praktijklokaal van de Haagse school rollen zijn leerlingen ondertussen roosjes van marsepein, die straks als 'finishing touch' op hun zelfgebakken taarten worden geplakt. [3]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord praktijklokaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Marthy Rothe 10-08-08 Uitrit aangelegd door leerlingen
- ↑ Tubantia 27-03-09 AOC krijgt ‘hectisch, sprankelend en actief’ praktijkcentrum
- ↑ Tubantia Julia Broos 11-01-17 Heel Holland wil bakker worden