• pracht·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord prachtstuk prachtstukken
verkleinwoord

het prachtstuko

  1. een heel mooi exemplaar
    • In het centrum van Glasgow kom je overal kunstwerken op het metselwerk van de gebouwen tegen. Deze kunstwerken zijn onderdeel van een initiatief om de stad nieuw leven in te blazen. Ze vrolijken de stad niet alleen op, maar bieden lokale artiesten ook een plek om hun unieke creaties te delen met de hele wereld. Als je geen van deze prachtstukken wilt missen volg dan de ‘City Centre Mural Trail’.[2] 
    • Natuurlijk vertellen de trotse eigenaren graag over hun auto en de geschiedenis ervan. Heeft u zelf zo'n prachtstuk? Bij de standhouders is van alles te koop om uw eigen voertuig in een perfecte staat te brengen en te houden.[3] 
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 25 jul. 2016
  3. de Telegraaf 24 nov. 2015
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be