• po·wer
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord power powers
verkleinwoord - -

de powerm

  1. kracht, vermogen, macht
vervoeging van
poweren

power

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poweren
    • Ik power. 
  2. gebiedende wijs van poweren
    • Power! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van poweren
    • Power je? 
92 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
power powers

power

  1. macht