potver
- pot·ver
- (verkorting) van de bastaardvloek potverdorie, op te vatten als bastaardvloek van godver; als bastaardvloek aangetroffen vanaf 1898 [1] [2]
potver
- (krachtterm) om ergernis uit te drukken
- ▸ Maar niemand die op een verjaardag tegen een raadslid zegt: welke kaders heb jij nu gesteld rond nieuwbouw? Burgers zeggen: potver, nu zit er weer een gat in de weg.[3]
- potdikkie, potdomme, potdorie, potjandorie, potjandosie, potjandrie, potverdikke, potverdikkeme, potverdomme, potverdorie, potverdrie, potverdriedubbeltjes, verdikkeme, verdorie
- Het woord 'potver' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ potver op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "potver" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Ingmar Vriesema“De mensen kenden Co” (17 april 2014) op nrc.nl