Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pomp·shop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pompshop pompshops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pompshopm

  1. winkel bij een benzinepompstation waar men oa, voeding, drank, snoep en tabak kan kopen
     De tabaksverkoop maakt een flink deel uit van de omzet van pompshops[1]
     In de pompshop langs de snelweg, op het NS-station, bij IKEA, de Hema of bij McDonald's: waar kun je tegenwoordig niet ontbijten? Haastige yuppen, maar ook vertegenwoordigers, werknemers op weg naar kantoor of bouwplaats en gepensioneerden verorberen maar al te graag voor een paar euro een croissantje, verse koffie, een eitje en jus d'orange.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Agressie tegen personeel tankstation om id-controles” (06-11-2014), NOS
  2.   Weblink bron
    Jeroen Schutijser
    “We zijn overstag: buitenshuis ontbijten is in” (19-10-2015), NOS