pommaderen
- Geluid: pommaderen (hulp, bestand)
- pom·ma·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pommaderen |
pommadeerde |
gepommadeerd |
zwak -d | volledig |
pommaderen
- overgankelijk het aanbrengen van een vettige substantie, de pommade, op het haar om het op zijn plaats te houden
- Hij pommadeerde zijn haar om er een imposante vetkuif van te maken.
- Het woord pommaderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.