• po·ly·form
  • afgeleid van het Franse forme of daarvoor van het Latijnse forma (vorm) met het voorvoegsel poly-
stellend
onverbogen polyform
verbogen polyforme

polyform

  1. veelvormig
90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be