Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politieleiding politieleidingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de politieleidingv

  1. de leidinggevenden van de politie
     Ze hadden bemiddeld tussen de politieleiding in Stockholm en de vertegenwoordigers van de VNBG, de Verenigde Nationaal Bevrijdingsfront Groepen.[1]
     De burgemeester van Buffalo reageerde woedend op het hardhandige optreden van de agenten. "Ik ben diep geschokt. Na dagen van vreedzame protesten en overleg tussen mij, de politieleiding en burgers, is de gebeurtenis van vanavond ontmoedigend."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  2.   Weblink bron “Agenten VS geschorst na hard aanpakken 75-jarige man bij anti-racismeprotest” (Vrijdag 5 juni 2020), NOS