Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord politica politica's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de politicav

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van politicus
    • De politica zal een initiatiefwetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be