ploot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ploot
Woordherkomst en -opbouw
- zn: afgeleid van ploten ww (zonder -en) [1] [2]
- zn: variant van pleut, verwant aan Frans pleutre [3] [4]
- ww: ploten ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ploot | ploten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ploten |
ploot
Gangbaarheid
- Het woord ploot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ploot" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[5] |