Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ploeg·pre·sen·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegpresentatie ploegpresentaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ploegpresentatiev

  1. (wielrennen) het tonen van één sportploeg aan het publiek
     Fabio Jakobsen bij de ploegpresentatie van Deceuninck-QuickStep[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Wielrennen
    “Jakobsen traint mee met z'n ploeg: 'Weg nog lang, maar blij met waar ik sta'” (Woensdag 13 januari 2021, 17:26), NOS