• ploe·gen·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord ploegenspel ploegenspelen
ploegenspellen
verkleinwoord

het ploegenspelo

  1. (sport) de tactiek van sportploegen in een (wieler)wedstrijd
     Over ploegenspel hadden ze trouwens geen afspraken gemaakt.[1]
     Het ploegenspel wordt door Rabo perfect gespeeld.[2]
  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026360930
  2. Maarten Kolsloot
    “De Raboploeg” (2021), Inside, ISBN 9789048855094