pleegdochter
- pleeg·doch·ter
- samenstelling van pleeg en dochter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pleegdochter | pleegdochters |
verkleinwoord | pleegdochtertje | pleegdochtertjes |
de pleegdochter v
- Meisje dat als eigen dochter wordt grootgebracht.
- Samantha is al jaren mijn pleegdochter.
- Het woord pleegdochter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pleegdochter" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be