plaveiing
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pla·vei·ing
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van plaveien met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaveiing | plaveiingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- het aanleggen van een wegdek
- plaveisel
Gangbaarheid
- Het woord plaveiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plaveiing" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be