plasmaspiegel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·ma·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plasma en spiegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plasmaspiegel | plasmaspiegels |
verkleinwoord | plasmaspiegeltje | plasmaspiegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de plasmaspiegel m
- (fysiologie) concentratie van een bepaalde stof in het bloedplasma
Gangbaarheid
- Het woord 'plasmaspiegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.