plantenverzameling
- plan·ten·ver·za·me·ling
- samenstelling van plant zn en verzameling zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plantenverzameling | plantenverzamelingen |
verkleinwoord | plantenverzamelingetje | plantenverzamelingetjes |
de plantenverzameling v
- groep planten die men bij elkaar gebracht heeft
- ▸ Ook zorginstellingen en woningcorporaties tonen belangstelling voor de planten. En een park in Almere wil z'n plantenverzameling uitbreiden.[1]
- ▸ Trek je bergschoenen maar aan als je op bezoek gaat in de tuin van Marijn van den Brink in kerkdorp Acht. Je kunt er rondwandelen op smalle bergpaadjes tussen kabbelend water en watervalletjes en ondertussen genieten van zijn botanische plantenverzameling.[2]
- Het woord plantenverzameling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“De Floriade was een flop, maar de plantjes wil iedereen hebben” (Zaterdag 1 oktober, 12:05), NOS
- ↑ Weblink bron Karin Rosendaal“Geen bergen? Dan maakt hij ze... in zijn Eindhovense achtertuin” (01-08-2020), Tubantia