Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plank·ton·buis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord planktonbuis planktonbuizen
verkleinwoord planktonbuisje planktonbuisjes

Zelfstandig naamwoord

de planktonbuisv / m

  1. cilinder van voren open en van achteren met gaas afgesloten, die men achter aan het schip laat slepen om het plankton op te halen

Gangbaarheid