planktonbuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plank·ton·buis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plankton zn en buis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | planktonbuis | planktonbuizen |
verkleinwoord | planktonbuisje | planktonbuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- cilinder van voren open en van achteren met gaas afgesloten, die men achter aan het schip laat slepen om het plankton op te halen
Gangbaarheid
- Het woord 'planktonbuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.