plakten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plakten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɑktə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- plak·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afplakken |
plakten (…) af
- meervoud verleden tijd van afplakken
- Wij plakten af.
- Jullie plakten af.
- Zij plakten af.
- Wij plakten af.
Gangbaarheid
- Het woord plakten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.