plak wild
- plak wild
- uit plak (werkwoord) en wild (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wildplakken |
plak (…) wild
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
- Ik plak wild.
- gebiedende wijs van wildplakken
- Plak wild!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken
- Plak je wild?
- Het woord 'plak wild' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.