Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaats·ver·vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaatsvervulling plaatsvervullingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de plaatsvervullingv

  1. het vervullen van de plaats van een ander
  2. het optreden in de plaats, in de graad en in de rechten van degene die vertegenwoordigd wordt

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen