piot
- pi·ot
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | piot | piotten |
verkleinwoord |
de piot m
- soldaat, infanterist
- (pejoratief) onbelangrijk persoon
- Het woord piot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "piot" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be