pinksterdrie
- pink·ster·drie
- samenstelling van Pinksteren en drie ht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pinksterdrie | |
verkleinwoord |
- derde pinksterdag die in de Zaanstreek gevierd wordt naar aanleiding van de overwinning op de Spanjaarden in 1574
- de dinsdag na Pinksteren
- Het woord 'pinksterdrie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.