pingpongen
- Geluid: pingpongen (hulp, bestand)
- ping·pon·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pingpongen |
pingpongde |
gepingpongd |
zwak -d | volledig |
pingpongen [1]
- (spel) onovergankelijk (informeel) pingpong spelen, tafeltennissen
- Het woord pingpongen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pingpongen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be