pingo
- pin·go
- [1] uit het Inuktitut [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pingo | pingo's |
verkleinwoord |
pingo
- (geologie) heuvel die ontstaat omdat het grondwater bevriest en uitzet; heuvel met een ijskern
- ▸ "Een andere mogelijkheid zijn instortende heuvels", redeneert Van Huissteden. "In de aardwetenschap heten deze heuvels pingo's. Ze ontstaan als onder de grond water bevriest. Omdat water uitzet als het bevriest, drukt het de grond omhoog. In de zomer ontdooit het water weer en stroomt het weg, waardoor de grond ineens kan instorten."[2]
- Tayassuidae dier dat lijkt op een varken; soort navelzwijn
- [2] navelzwijn, pekari
- [1] pingoruïne
- Het woord pingo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pingo" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ pingo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Nederlander wil mysterie kraters Siberië oplossen” (14-06-2016), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be