[1] pingo
 
[2] pingo
  • pin·go
  • [1] uit het Inuktitut [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pingo pingo's
verkleinwoord

pingo

  1. (geologie) heuvel die ontstaat omdat het grondwater bevriest en uitzet; heuvel met een ijskern
     "Een andere mogelijkheid zijn instortende heuvels", redeneert Van Huissteden. "In de aardwetenschap heten deze heuvels pingo's. Ze ontstaan als onder de grond water bevriest. Omdat water uitzet als het bevriest, drukt het de grond omhoog. In de zomer ontdooit het water weer en stroomt het weg, waardoor de grond ineens kan instorten."[2]
  2. Tayassuidae   dier dat lijkt op een varken; soort navelzwijn
17 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[3]
  1. pingo op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Nederlander wil mysterie kraters Siberië oplossen” (14-06-2016), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be