pillenslikker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pil·len·slik·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pil en slikker met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pillenslikker | pillenslikkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de pillenslikker m
- (medisch) iemand die grote hoeveelheden medicijnen inneemt
Gangbaarheid
- Het woord pillenslikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.