pikeersel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·keer·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van pikeren met het achtervoegsel -sel[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pikeersel | pikeersels |
| verkleinwoord | pikeerseltje | pikeerseltjes |
Zelfstandig naamwoord
het pikeersel o
- uitgesneden en opgeplakte afdruk van een cliché, die op een legger wordt geplakt om de afdruk op zijn voordeligst te laten uitkomen
Gangbaarheid
- Het woord 'pikeersel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.