phares
- pha·res
- phare met uitgang -s
de phares mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord phare
- ▸ Meneer Vitàl roemde even Mietjes fijn diner, dat al die heren zo bijzonder lekker hadden gevonden en vroeg dan aan Louitje of de phares van de wagen wel in orde waren.[1]
- Het woord 'phares' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ 't Bolleken in: Ludo Permentier & Rik SchutzTypisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, phares
phares mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord phare