• pha·res

de pharesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord phare
     Meneer Vitàl roemde even Mietjes fijn diner, dat al die heren zo bijzonder lekker hadden gevonden en vroeg dan aan Louitje of de phares van de wagen wel in orde waren.[1]
  1. 't Bolleken in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, phares


phares mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord phare