peuterden los
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: peuterden los (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpøtərdə(n) ˈlɔs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- peu·ter·den los
Woordherkomst en -opbouw
- uit peuterden (werkwoord) en los (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lospeuteren |
peuterden (…) los
- meervoud verleden tijd van lospeuteren
- Wij peuterden los.
- Jullie peuterden los.
- Zij peuterden los.
- Wij peuterden los.
Gangbaarheid
- Het woord peuterden los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.