perskamer
  • pers·ka·mer
enkelvoud meervoud
naamwoord perskamer perskamers
verkleinwoord perskamertje perskamertjes

de perskamerv / m [1]

  1. ruimte waarin de journalisten te woord worden gestaan; ruimte voor persconferenties
     Daarna worden wij in de perskamer verwacht.[2]
     Met zijn zevende winst in zeven Formule 1-races op zak en de twaalfde zege voor Red Bull op rij stapte Max Verstappen met een grote glimlach de perskamer in na de Grand Prix van Hongarije.[3]
  2. werkruimte voor een journalist
     De perskamer is een fel verlichte ruimte naast de receptie met enkele telefoons en de mogelijkheid gebruik te maken van snel internet à honderd dollar, vooraf te betalen.[2]
  3. onderdeel van een olieslagerij



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1 “Kamermeisjes en soldaten” (2021), Nijgh & van Ditmar  , ISBN 9789038810676
  3.   Weblink bron “Verstappen beleeft perfecte dag op Hungaroring: 'Dagen als deze zijn zeldzaam'” (Zondag 23 juli 2023, 18:33), NOS