peripetie
- pe·ri·pe·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onvoorzien geval’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Griekse 'piptein' (vallen) met het voorvoegsel peri- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peripetie | peripetieën |
verkleinwoord | - | - |
de peripetie v
- Het woord peripetie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peripetie" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "peripetie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ peripetie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be