penningmeesterschap
- pen·ning·mees·ter·schap
- afgeleid van penningmeester met het achtervoegsel -schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | penningmeesterschap | penningmeesterschappen |
verkleinwoord | penningmeesterschapje | penningmeesterschapjes |
het penningmeesterschap o
- hoedanigheid van penningmeesterzijn, wat de functie van penningmeester zoal inhoudt
- Het woord 'penningmeesterschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.