pelsen
- pel·sen
stellend | |
---|---|
onverbogen | pelsen |
verbogen | - |
pelsen
- (materiaalkunde) gemaakt van bont
- Zij draait zich huiverend in haar pelsen kleed. [1]
de pelsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pels
- Het woord pelsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pelsen" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Rodenbach, A. (ed. Frank Baur)Verzamelde werken. Deel 3. Gudrun en dramatische fragmenten. (1960) Lannoo, Tielt; p. 201; geraadpleegd 2017-08-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- pel·sen
pelsen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pels
- pel·sen
Naar frequentie | 11607 |
---|
pelsen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pels
- pel·sen
pelsen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pels