Nederlands

 
pauwenogen in de staart van een pauw
Uitspraak
Woordafbreking
  • pau·wen·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pauwenoog pauwenogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pauwenoogm

  1. oogvormig versiersel in de staart van een pauw
    • Prachtig, die intense kleuren en hypnotiserende pauwenogen. Maar een pauwenstaart stilletjes bewonderen kan alleen op een foto. Een pronkende pauw laat zijn staart wapperen en beven, om pauwenvrouwtjes te betoveren. [2] 
  2. het oog van een pauw

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen