• pa·ten·te

patente

  1. verbogen vorm van de stellende trap van patent


  • pa·ten·te
enkelvoud meervoud
patente patentes

patente v

  1. octrooi, patent
  enkelvoud meervoud
mannelijk patente patentes
vrouwelijk patente patentes

patente

  1. duidelijk, zichtbaar
vervoeging van
patentar

patente

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van patentar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van patentar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van patentar