passering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van passeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passering | passeringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het passeren
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'passering' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.