• par·tij·trouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partijtrouw
verkleinwoord

de partijtrouwv / m

  1. (politiek) de mate waarin men een politieke partij blijft ondersteunen
     Anders dan zijn vader bezat Gombrowski het talent om op het juiste moment zijn mond te houden, wat de partijbonzen in Berlijn hem als partijtrouw aanrekenden.[1]
     Van Hoogstraten: "De partijtrouw is in Israël niet zo groot. Het wordt dan ook heel spannend of Netanyahu op genoeg steun uit het parlement kan rekenen."[2]
     Of zij ook daadwerkelijk bereid zijn een tegenkandidaat te steunen boven Biden is twijfelachtig. Ze zijn vaak uitgekozen vanwege hun partijtrouw en loyaliteit aan Biden en willen hun reputatie niet verspelen. Alleen als Biden de eer aan zichzelf houdt, zullen zij op zoek gaan naar een alternatief.[3]
  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026334672
  2.   Weblink bron “Israël heeft een nieuwe regering” (woensdag 6 mei 2015, 21:44), NOS
  3.   Weblink bron “Democraten kunnen nog van Biden af, maar hebben dan wel zijn hulp nodig” (zaterdag 20 juli, 19:04), NOS