parkachtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parkachtig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- park·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | parkachtig | parkachtiger | parkachtigst |
verbogen | parkachtige | parkachtigere | parkachtigste |
partitief | parkachtigs | parkachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
parkachtig
- lijkend op of eigenschappen hebbend van een park
- De nieuwe wijk was gelokaliseerd in een parkachtige omgeving.
Gangbaarheid
- Het woord parkachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.