parfumeren
- Geluid: parfumeren (hulp, bestand)
- par·fu·me·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
parfumeren |
parfumeerde |
geparfumeerd |
zwak -d | volledig |
parfumeren [1]
- overgankelijk met een parfum een geur geven
- Het woord parfumeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "parfumeren" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be