parafrasering
- pa·ra·fra·se·ring
- naamwoord van handeling van parafraseren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parafrasering | parafraseringen |
verkleinwoord |
de parafrasering v
- het met andere woorden inhoudelijk hetzelfde zeggen
- ▸ Misschien praatte ik te veel over Grotowski, misschien heb ik die parafrasering aan mezelf te danken.[2]
- ▸ Buitenhof kwam daarop gisteravond met een verklaring, waarin werd gesteld dat de uitspraken van Righton een juiste parafrasering zijn van de uitspraken van de Forum-leider en dat rectificatie daarom niet aan de orde is.[3]
- Het woord 'parafrasering' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)“Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
- ↑ Weblink bron “Forum zet juridische stappen tegen tv-programma Buitenhof door” (24-02-2020), NOS