• pan·sla·vis·me
  • afleiding van Slaaf met het voorvoegsel pan- met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord panslavisme
verkleinwoord

het panslavismeo

  1. politieke stroming die de politieke en culturele eenheid van de Slavische volkeren benadrukt
     En nu zij dit gevoel ontleedde en met de vroegere vergeleek, zag zij duidelijk in dat zij nooit op Komisarov verliefd zou zijn geworden, als hij het leven van de keizer niet had gered, dat zij nooit op Ristitsj-Koedzjitski verliefd zou zijn geworden, indien er geen panslavisme bestaan had, maar dat zij op Karenin om hemzelf verliefd was, om zijn hoogstaand, onbegrepen wezen, om de haar dierbare, ijle klank van zijn stem, zijn langzame manier van spreken, zijn vermoeide blik, zijn karakter en zijn zachte, blanke handen met de gezwollen aderen.[1]