Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·dec·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - pandecten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de pandectenmv

  1. boekwerk dat alles over een bepaald onderwerp bevat
  2. (juridisch) juridische verzamelwerk

Gangbaarheid

13 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen