palak
- pa·lak
- van het Minangkabaus palak "temperament"
palak
- verhit, koortsig
- «Badannya palak dingin.»
- Hij heeft lichte koorts (verhoging).
- «Badannya palak dingin.»
- driftig, opgewonden
- «naik palak»
- driftig worden
- «naik palak»
- avontuurlijk
- «Pasukan teras itu memang palak.»
- Deze keurtroepen zijn wel avontuurlijk ingesteld.
- «Pasukan teras itu memang palak.»
palak