pakte beet
- Geluid: pakte beet (hulp, bestand)
- pak·te beet
vervoeging van |
---|
beetpakken |
pakte beet
- enkelvoud verleden tijd van beetpakken
- Ik pakte beet.
- Jij pakte beet.
- Hij, zij, het pakte beet.
- Ik pakte beet.
- Het woord pakte beet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.